Stelling van Amsterdam

Muiderslot en Pampus maken beiden deel uit van de Stelling van Amsterdam. De Stelling was een verdedigingslinie, gelegen op 15 tot 20 kilometer rond het centrum van Amsterdam. De Stelling is 135 kilometer lang, omvat 45 forten en is aangelegd tussen 1880 en 1920. Met de Veerdienst vaar je langs een deel van de stelling. Wie bij het Muiderslot van boord gaat kan er voor kiezen om een fiets mee aan boord te nemen. (Mits aangemeld) Zo kun je rondom Muiden een mooie fietstocht maken door het groene en waterrijke gebied en diverse verdedigingswerken bezichtigen. In de fiets- en wandelapp vind je tips en routes.

Een korte documentaire over de Stelling van Amsterdam, gemaakt door drie middelbare scholieren. Een visueel en inhoudelijk hoogstandje, een must see voor iedereen die meer wil weten over de Stelling van Amsterdam!

UNESCO Werelderfgoed

Op 26 september 1995 werd de Stelling van Amsterdam samen met de Nieuwe Hollandse Waterlinie bij UNESCO aangemeld voor plaatsing op de Werelderfgoedlijst waar zij in 1996 ook inderdaad in haar geheel op werd geplaatst. In 2005 is de Stelling door het Ministerie van VROM aangewezen als Nationaal Landschap (18.590 ha) vanwege het samenhangende systeem van forten, dijken, kanalen en inundatiekommen, het groene en relatief stille karakter en de relatief grote openheid.

Waterlinie

Primair was de Stelling van Amsterdam een waterlinie. In geval van vijandelijkheden zouden grote delen van het gebied rond Amsterdam onder water worden gezet. De vijand zou dan niet kunnen oprukken. Amsterdam zou fungeren als nationaal redoute, als het laatste bastion van Nederland. De forten werden gesitueerd op plaatsen waar de waterlinie wordt doorkruist door dijken, wegen of spoorlijnen. Plaatsen waar het water diep genoeg was voor boten waren kwetsbaar, doordat de oprukkende vijand op die plaatsen niet door het water zou worden tegengehouden, zodat hij ook op deze plekken onder vuur moest kunnen worden genomen. In militair jargon stonden deze wegen etc. bekend als accessen. De aanleg van de Stelling van Amsterdam werd geregeld in de Vestingwet van 1874.

Bouw en voorbereiding

Tijdens de voorbereiding van de aanleg van de fortificaties bleek dat de plannen al door de technische ontwikkeling waren ingehaald. De zandlichamen die als fundering dienden moesten eerst meerdere jaren inklinken alvorens de forten zelf konden worden gebouwd. De komst van de brisantgranaat (die bij het treffen van het doel explodeerde) maakte het noodzakelijk om de forten uit beton, in plaats van metselwerk te vervaardigen. Daarmee was echter op dat moment op deze schaal nog geen ervaring opgedaan in Nederland. Er werden eerst uitgebreide proeven gedaan waarbij betonconstructies werden beschoten met het zwaarste geschut dat op dat moment verkrijgbaar was. Pas in 1897 kon met de aanleg van de eigenlijke forten worden begonnen (van enkele werken was de aanleg in baksteen stilgelegd).

Staat van dienst

De Stelling van Amsterdam heeft nooit actief dienstgedaan maar heeft wel een afschrikwekkende werking gehad. In 1914 vormden de Stelling en de Nieuwe Hollandse Waterlinie namelijk een factor voor de Duitsers om Nederland niet binnen te vallen. Door de opkomst van het vliegtuig verloor de Stelling na de Eerste Wereldoorlog snel aan militaire betekenis. Zij bleef echter grotendeels behouden en de militaire status werd pas in 1963 opgeheven. Daarna zijn er musea en kunstcentra gekomen. In 1996 is de Stelling van Amsterdam in haar geheel op de UNESCO Werelderfgoedlijst geplaatst. De stelling telt 47 forten en batterijen.